Met de jeugd op Pinksterkamp

Afgelopen Pinkstervakantie hebben we met de jeugd een erg leuke vakantie meegemaakt. Een aantal Daventrianen kon mij vertellen dat het laatste jeugdkamp zo rond het Pleistoceen was, of was het nou tijdens voorzitter Leen, in ieder geval lang geleden.

De reis ging richting Ossenzijl, naar een enorme camping met voor ons een stuk gras aan het water. Een plek waar een blind paard geen schade kan doen. Waar de boten vlakbij het water liggen. Waar dagelijks allerlei mensen op bootjes voorbijkomen, en weer terug. Waar je kunt voetballen, jeu-de-boulen, zwemmen en kanoën. Een prima plek dus voor Davey, Nick, Luc, Luca, Rosa, Hanna, Marit, Noor en coaches Marjolein, Gilles en Martin.

Met een botenwagen vol boten, riemen, stoeltjes, tafeltjes, tentjes, slaapzakken en iPhone’s vertrokken we zaterdag 23 mei, nog voor het eerste blok. De heenreis ging niet helemaal goed, waardoor de Daventria 125 nu tijdelijk als C2x+ in de loods ligt. Naast deze C3 ging de Zaagbek mee ‑best pittig een Wherrie opladen‑, een gewone C2 een dubbeltwee en twee oefenskiffjes.

Het weer was inmiddels omgeslagen van bedroevend nat tot uitermate zonnig, wat bijna het hele weekend zo bleef. Dankzij de hulp van een handvol ouders zaten we al rond 11:30 met vijf strak opgezette en compleet ingerichte tentjes, onder een partytent en nog een rare flap -die men tarp noemt- aan een heerlijke lunch van luchtig wit brood met hagelslag en Nutella, deels op omgekeerde frisbees bij een tekort aan servies.

En onze roeitocht naar de Driewegsluis begon. Daar aangekomen gingen wij met twee grote motorjachten door de sluis, direct het land op, een ijsje eten op het gras in de zon, het water op en weer terug via de sluis. Een kleine twaalf kilometer zal het zijn geweest uit en thuis. Die namiddag maakten we de pasta -met twee verschillende sauzen en salade- voor elf hongerige roeiers gewoon op vier pitjes in vijf kleine pannetjes. De coaches koken, de jongens voetballen, de meiden kletsen, helpen met koken, en kletsen. Die avond een roeitocht: door de Weerribben richting Kalenberg en weer terug naar de camping. Met kaarsjes-in-potjes op de boot, in het donker, door sloten die steeds smaller en mistiger werden, kwamen we ver na bedtijd weer terug op de camping.

Zondagochtend. Na een koude nacht, min drie leek het wel, sprong een aantal coaches in de Kalenberger gracht. Nog tintelend van de koude duik, met koffie in een heerlijk zonnetje kan de dag dan al niet meer stuk. Tegen tien uur rollen zelfs de grootste langslapers uit bed zo aan tafel. Enkelen nemen nog een omweg via de douche, maar de drie R’s zijn al bijna uit beeld. Vandaag hebben we twee driepersoons kano’s gehuurd. Gewapend met een minuscuul kaartje het water op, zonder coaches, door de weerribben met als opdracht de nachttocht dunnetjes over te doen. Na drie rondjes koffie en de weekendbijlage van de Volkskrant waren we best blij dat ze zelf de weg terug weer hadden gevonden. Of was dat dankzij Rosa’s telefoon met Google Maps. ’s Middags een pannenkoekenwedstrijd, tijd dat de jeugd voor elkaar en de coaches bakken. Lekker hoor, Hanna en Luc geven elkaar een tien en zijn de winnaars. Het hout voor het kampvuur sprokkelen we per driepersoons kano met z’n vijven bij elkaar, best listig op die manier een berg hout vervoeren. Tenslotte is er kampvuur met marshmallows en sterke praatjes, en is het nog later dan ver voorbij bedtijd, hebben we ze dan toch niet genoeg afgemat?

Meer over het kamp, waaronder dag drie, wordt momenteel opgeschreven door de jeugd zelf. Als het meezit binnenkort te lezen in de Bell Note.

Martin Schaap